ICP Orchestra viert 90 jaar Misha met minder gekkigheid en méér klasse
Nee, het was geen avond lang louter Misha-stukken waarmee het ICP Orchestra donderdagavond in het Bimhuis de negentigste verjaardag van mede-oprichter Mengelberg vierde. Maar de uitvoering van diens ‘Bospaadje Konijnehol’ in de finale bracht dat weer in balans als zo ongeveer de ultieme Micha-compositie. Niet alleen de titel is ‘helemaal Mengelberg’, maar evenzeer de karakteristieke combinatie van toegankelijkheid en verwarring. En minstens zo belangrijk: het nummer is het titelstuk van de plaat uit de beginjaren negentig die feitelijk aan de wieg staat van het huidige Orchestra. Zes van de twaalf muzikanten op het album ‘Bospaadje Konijnehol’ zouden in de daaropvolgende kwart eeuw de kern van het orkest blijven.
De ICP – Instant Composers Pool – als improcollectief en platenlabel bestaat reeds sinds 1967, opgericht door Mengelberg, slagwerker Han Bennink en saxofonist Willem Breuker. Pas rond 1980 ontstaat het ICP Orkest, zij het vooralsnog in een voortdurend wisselende bezetting. Vanaf de vroege jaren negentig, met de albums ‘Bospaadje Konijnehol I en II’ wordt die groep steeds stabieler en daarmee ook beter, zonder in routine te vervallen. Het orkest wordt door haar eigenzinnige stijl overal ter wereld op festivals uitgenodigd en ontwikkelt een internationale status waar menigeen in eigen land geen weet van heeft.
Inmiddels is het 2025 en er zijn enkele gaten in het ICP-bastion geslagen. Acht jaar geleden overleed Mengelberg. Feitelijk onvervangbaar, maar het orkest wilde door. En Guus Janssen, die al regelmatig inviel of bijsprong aan de vleugel als Misha’s gezondheid of dwarsigheid spelen niet toeliet, nam permanent plaats op de pianokruk.
In 2022 werd trombonist Wolter Wierbos plotseling door een beroerte uit het orkest weggerukt. Een maand of wat later schoof Joost Buis, die altijd al dicht bij het ICP stond, bijna geruisloos de band binnen. En in 2023 ontviel de door ziekte reeds ernstig verzwakte cellist Tristan Honsinger de groep. Hij was niet alleen een uitmuntend instrumentalist en originele componist, maar tevens een unieke en eigenzinnige persoonlijkheid die zich wat ‘ontregelen’ betreft met Misha en Han kon meten. Absoluut onvervangbaar, leek het.
Maar wat en wie is onvervangbaar? Guus Janssen is geen Mengelberg en Joost Buis geen Wierbos. Toch is het ICP Orchestra met Janssen en Buis nog in alle opzichten het ICP Orchestra. Dus werd cellist Harald Austbø de afgelopen jaren al enkele keren gevraagd wat mee te spelen. In de Roode Bioscoop bijvoorbeeld. En dit voorjaar nog in Paradiso waar het orkest de ‘support’ verzorgde bij de albumpresentatie van The Ex.
Maar nu is Austbø er ook bij in het Bimhuis als de negentigste verjaardag van Misha Mengelberg gevierd wordt. Dat is wel ‘voor het echie’, natuurlijk. Harald deed het goed en is ook beslist geen nieuwkomer. Hij draait al een jaar of vijftien mee in de top van de Nederlandse avant-garde en improscene en maakte met de groep The Ambush Party recent nog een album dat voor meer dan de helft met Mengelberg-stukken is gevuld.
Deze avond kleurt hij – op een korte, maar fijne solo in het stuk ‘Bleekgezicht’ van Maurice Horsthuis na – nog netjes binnen de lijntjes. Het zou ook beslist geen pas hebben als hij in navolging van Honsinger midden tijdens het concert plots op zou staan om een dansje rond zijn cello te doen. En wie Austbø de afgelopen jaren een beetje gevolgd heeft weet dat het hem niet aan eigenzinnigheid ontbreekt. Dus als het moment daarvoor aangebroken is, openbaart zich dat ook vanzelf.
Het ICP Orchestra van vandaag is in muzikaal opzicht de absolute top. Iedere noot wordt loepzuiver geblazen of gestreken. De timing is feilloos. De ‘ontregeling’ die zo karakteristiek is voor de ICP uit zich minder in ‘gekkigheid’ op het podium, maar heeft een plek gekregen in de composities. Dat laatste uit zich in de seintjes – ‘cues’ – die de musici elkaar zo nu en dan geven als iemand een bepaald, speciaal daarvoor door Misha gecomponeerd motiefje in het stuk wil voegen. ‘Ontregel-virussen’ noemde Wolter Wierbos dat ooit al in een interview.
Maar los daarvan wordt er opmerkelijk gedisciplineerd gespeeld en is er ruimte voor veel ingetogen en melodieuze stukken. Zoals ‘De Linkerschoen, De Rechterschoen’ van contrabassist Ernst Glerum en ‘Change of Season’ van Herbie Nichols in een arrangement van Mengelberg. Daartegenover staat de onbedwingbare swing van Ellingtons ‘Happy Go Lucky Local’ en de maffe hoempa van ‘Alexanders Marschbefehl’ dat Mengelberg voor de Duitse componist Alexander von Schlippenbach schreef. De inmiddels 87-jarige Von Schlippenbach is nog altijd actief op de jazzpodia. ,,Maar hij wordt wel wat krakkemikkig, net als ik,’’ vult Bennink de aankondiging van Ernst Glerum aan. En niet te vergeten het subtiel door Mary Oliver op de altviool ingeleide ‘Baltimore Oriole’, van Hoagy Carmichael, waarin vogelgeluiden een hoofdrol spelen.
Natuurlijk is er tussen de repertoire-stukken nog altijd ruimte voor kleinere of grotere groepsimprovisaties, een metier waarin het ICP z’n gelijke niet kent. Maar ook daarbij is het de speltechnische klasse die overtuigt en niet de ‘snelle grap’. Na bijna zestig jaar ICP zijn zowel het artistieke veld als de wereld waarin die muziek ten gehore wordt gebracht danig veranderd. Andere vormen, andere accenten. Maar klasse blijft klasse en die ontwikkelt bij het ICP Orchestra mee met de tijdgeest.
Peter Bruyn, Gonzo Circus, 7 jun 2025.